tegen het lijf lopen (v) (persoon) | rencontrer par accident (v) (persoon) |
tegen het lijf lopen (v) (elkaar treffen) | rencontrer par hasard (v) (elkaar treffen) |
tegen het lijf lopen (v) (persoon) | rencontrer (v) (persoon) |
tegen het lijf lopen (v) (persoon) | rencontrer par hasard (v) (persoon) |
tegen het lijf lopen (v) (persoon) | tomber sur (v) (persoon) |
tegen het lijf lopen (v) (elkaar treffen) | rencontrer par accident (v) (elkaar treffen) |
tegen het lijf lopen (v) (elkaar treffen) | tomber sur (v) (elkaar treffen) |